Afgelopen weekend bracht ik een paar dagen in Gdansk, Polen door. Omdat het een korte vlucht was vanaf vliegveld Groningen zag ik de reis wel zitten. In het hotel stond een gehuurde rolstoel voor mij klaar, zodat het geen ramp was als ik niet fit genoeg bleek om te kunnen lopen. Dat soort kleine dingen geven mijn stresserige gedachten over “Ik ga op reis en kan ik dat NU wel?” een beetje rust. Het lijkt soms alsof ik een koelbloedige reizigster ben die om de haverklap weggaat en die dat ‘kennelijk allemaal wel even doet’, maar wat er achter de schermen gebeurt, zie je nooit bij mensen hè? Nu wel…
In de afgelopen jaren heb ik al heel wat reisjes en reizen moeten annuleren. Wanneer ik in een opvlamming zit, ga ik sowieso niet op reis. Dan kan het gewoon niet en heb ik echt al mijn energie nodig om enigszins te herstellen. Alle andere periodes in mijn leven zijn fases van herstel (die stoppen weer bij een nieuwe ontsteking, er is nooit een fase van ‘gewoon leven’ lijkt het). Op dit moment zit ik weer in een fase van herstel na de opvlamming (pericarditis) van begin juni. Ik gebruik nog steeds veel medicatie en ik merk gelukkig ook bijna dagelijks dat ik fitter word. Dan wil ik meestal wel weer wat proberen op reisgebied.
Deze stedentrip naar Gdansk had ik in mei (toen ik best fit was) voor mijn verjaardag gekregen. Na de terugval in juni was het steeds onzeker of we wel zouden kunnen gaan, maar tegen eind juli leek het er toch op dat het gewoon door zou gaan. Via het hotel huurde ik een rolstoel die is afgeleverd op onze aankomstdag. Verder gaan de meeste dingen in de ‘gemakkelijke modus’: op de reisdag rust ik vooral, van het vliegveld de stad in nemen we een taxi, een hotel moet altijd dichtbij OV en centrum liggen…
Ondanks dat ik razend goed voorbereid en uitgerust ben voor een trip, zal het nooit ‘een eitje’ worden. Zoals ik zondag (mijn slechtste dag van de trip) ook tegen mijn reisgenote zei: het is altijd een soort van moeizame worsteling.
Maar dat is het thuis ook. Altijd.
Dan kun je kiezen: thuisblijven en daar worstelen met pijn en moeheid of toch weggaan en eens in een andere omgeving worstelen.
De vraag is wat zo’n reis jou waard is. Voor mij is dat veel.
Ik slaap in een ander bed de eerste 1 of 2 nachten meestal erg slecht. Dat komt mede door mijn brandende voetzolen waarvoor geen oplossing is en waar ik thuis de koude ventilator op kan zetten. In een hotelkamer lig ik wakker en ga ik woelen. Die slechte nachten kan ik me absoluut niet veroorloven. Ik heb al vreselijk beperkte energie en die wordt dan na de eerste slechte nacht gehalveerd. Komt daar nog een slechte nacht achteraan, dan is het op. Helaas pindakaas. Pech.
De eerste hele dag die we te besteden hadden lukte het me nog een redelijke afstand te lopen. Tussendoor doen we dan geregeld een pauze, of in een park, of in een cafeetje of op een terras. Dikke prima! ’s Middags rust ik in het hotel. Minimaal 2-3 uur. Daarna gaan we weer op pad tegen vijven. Toen moest ik in de rolstoel. De rolstoel is niet per se minder inspannend voor mijn lijf: het hobbelt en bobbelt en soms willen de aangetaste organen in mijn borstkas alleen maar liggen en dat gaat niet in de stoel. Toch lukte het nog goed om ’s avonds nog wat te bekijken en lekker uit eten te gaan.
Nadat ik zaterdagnacht weer amper had geslapen, was de batterij zondag helemaal leeg. Naar het ontbijt lopen in het hotel was al bijna teveel. Daar was ik best heel sip en zuur van. Ook mijn reisgenote had graag weer zonder rolstoel op pad gewild: het duwen is voor haar zwaar en een groot deel van de stad bestaat uit kasseien. Kasseien en rolstoelen gaan niet samen. Toch zijn we uiteindelijk tegen tien uur op pad gegaan. Ondanks dat ik er niet echt vertrouwen in had dat ik het meer dan een uur in de rolstoel vol zou houden. We besloten naar een cafeetje te gaan waar we wat lekkers konden eten en drinken. Daar hebben we een uur gezeten (nou ja, ik hang meer). Daarna wilde ik toch nog wat door de wijk rijden want we zouden de volgende dag alweer naar huis gaan. Ik had wel bij het bewegen voortdurend heftige steken in mijn borstkas, maar daar heb ik me overheen gezet. Na 15 jaar van zulke steken weet ik inmiddels wel dat het niet een voorbode is van een hartaanval maar een oververmoeid, geprikkeld bovenlijf waarbij er intern van alles schuurt en zenuwen worden geraakt. Jaja…
Uiteindelijk hebben we toch nog tot ongeveer 16 uur rondgekeken en ben ik daarna naar bed gegaan. ’s Avonds hebben we pizza van de beste pizzeria in Gdansk (zonder bezorgservice) door een taxichauffeur op laten halen en in onze hotelkamer laten bezorgen. Met de prijzen in Polen kan dat 😉 Het voelde heerlijk luxe.
Die zondagnacht sliep ik eindelijk goed. Gelukkig maar want doodmoe terugvliegen maandagmiddag zag ik ook niet echt zitten. Het lukte me zelfs maandag nog weer wat te lopen in het centrum. Dat voelde als een fijne afsluiting.
Je begrijpt uit bovenstaande dat je als je met mij op reis gaat maar de helft ziet van wat een fysiek gezond iemand ziet en dat er heel wat overleg en gedub plaatsvindt over wat ik kan/niet kan, over rolstoelen, over handige volgordes en over slapen. Haha, iedereen heeft zo zijn eigen problemen. Uiteindelijk vond ik het toch zeker de moeite waard en heb ik zoveel nieuwe indrukken opgedaan dat ik wel weer even vooruit kan! Ik snap ook dat mensen die niet van reizen houden, niet voor bovenstaande zouden kiezen. Nadien moet je ook nog weer wat dagen incalculeren om te herstellen. Het moet het waard zijn!
Is dit voor jou herkenbaar? Hoe pak jij een stedentrip of vakantie aan?