Als mensen me tegenwoordig vragen hoe het met me gaat, kan ik oprecht antwoorden dat het goed gaat. Soms voeg ik daar nog aan toe ‘gezien de omstandigheden’, andere keren laat ik het weg. Gewoon. Omdat ik geen zin heb constant uit te moeten leggen wat ‘goed’ dan precies is, en dat dat vandaag waarschijnlijk iets anders betekent dan het morgen of volgende week betekent.
Goed is een betrekkelijk begrip. Voor iedereen zal het een andere betekenis hebben. Als iemand mij niet kent, kan diegene waarschijnlijk denken: ‘Goed? Dan is ze vast helemaal hersteld of kan ze dit of dat weer.’ Dat is natuurlijk niet zo. Naast dat je niet volledig herstelt van een chronische ziekte – niet negatief bedoeld, maar met alle schade die je onderweg oploopt hou je op z’n minst restverschijnselen – is herstel ook een hele lange weg als je conditioneel gezien enorm bent afgedaald.
De afgelopen maanden zijn goed geweest voor mij. En in deze zin bedoel ik met goed dat ik geen opvlammingen heb gehad. Wel slechte dagen, maar die vind ik stukken minder erg want ze dragen niet de consequentie met zich mee dat ik weer een stap terug doe. Wel op die dag (of dagen), maar niet op termijn. Ik heb eindelijk de kans te kunnen doorpakken met fysio, fitness, lopen en fietsen. Iets wat me de afgelopen jaren steeds maar niet echt lukte. Ik zie nu mijn conditie zichtbaar vooruit gaan, en dat maakt me zo blij. Dat alleen al maakt dat ik me ‘goed’ voel over de situatie: ik ga weer in de voor mij juiste richting. Die waarin ik weer meer vrijheid heb om te doen wat ik wil.
“En waar zit je dan nu?”, vraag je je misschien af, als ik zeg dat ik me ‘goed’ voel. Dat wisselt. Ik ben natuurlijk nog mijlenver verwijderd van de energie/fysieke gesteldheid van een gezond persoon. Dat vind ik niet eens zo erg. Ik kwam van ver, van op bed liggen en er vrijwel niet uit kunnen omdat ik niet kon zitten, of staan, of lopen. Nu kan ik weer zonder rolstoel een dag weg of op vakantie, een stuk fietsen of lopen, ’s avonds zonder pijn uit eten, 3x in de week sporten en met de trein reizen. Dat wil niet zeggen dat die dingen gemakkelijk of pijnloos zijn. En ik geef er mijn eigen invulling aan: een laag tempo, vaak zitten (goed excuus voor terrasjes en taart!), veel rustmomenten, op tijd naar bed en voorrang geven aan bewegen. Mijn leven lijkt in niks op dat van een gezond persoon, terwijl het uiterlijk toch al snel weer zo lijkt – voor degenen die niet alles meekrijgen. “Fake it till you make it.” (Vert. Doe alsof tot je het bent) Nee, hoor da’s niet waar. Ik doe niet alsof. Ik geniet gewoon van wat ik nu weer wel kan. En dat voelt gewoon ‘Goed!’
Wanneer voel jij je goed? En is dit ook wel eens je oprechte antwoord als iemand aan je vraagt hoe het met je gaat?