Het is alweer enkele weken geleden dat ik voor het laatst heb geblogd. In de tussentijd staat mijn site op een nieuwe server en heb ik een andere host waardoor mijn e-mailadres mail@janetbouwmeester enigszins spontaan is komen te vervallen. Ik mis daardoor de mailtjes die naar mij zijn gestuurd op dit adres van de afgelopen twee weken. Heeft u mij gemaild? Wilt u uw mail nog eens mailen naar janet@janetbouwmeester.nl? Dan kan ik hem alsnog lezen en beantwoorden. Dank daarvoor! Ik heb zelf natuurlijk ook niet stilgezeten. Ik ben maar liefst 2 keer op vakantie geweest. De eerste keer spontaan en de tweede keer gepland. Over die spontane trip wil ik nog het een en ander kwijt!
Ik ben niet zo van de spontane trips alleen al omdat ik vaak moet ‘plannen’ dat ik niet moe ben. Dat valt niet goed te plannen dat weet ik wel, maar een enigszins gevoel van planning van je energielevel krijg je wel als je op de juiste momenten rustmomenten inplant. Dat is bijvoorbeeld vlak voor je op reis gaat. Maar ook … na een reisdag.
Ik was in de afgelopen weken (de zomer dus) niet op vakantie geweest (ik had alleen een paar dagen gelogeerd bij mijn broer in Londen, dat kun je ook ‘vakantie’ noemen natuurlijk, ik noem het een logeerpartijtje). Ik snakte naar iets met zon (ja, echt waar!), zee en strand. Niet om te bakken want daar doe ik als lupuspatiënte natuurlijk niet aan maar wel om op de minder zonnige momenten in de branding te lopen, schelpjes te zoeken, te luisteren naar de zeemeeuwen en het ruizen van de golven en foto’s te maken. Ineens kwam de kans om in het tweede weekend van september naar Texel te gaan. Ter uwer herinnering: dat was dat heeeeele mooie weekend! 🙂
Ik was die vrijdag naar Bunnik geweest voor een redactievergadering van de NVLE en dat is voor bij een behoorlijke trip (zo’n 2 uur heen en 2 uur terug). Toch besloot ik dat ik meewilde: om half zeven ’s avonds richting Den Helder om de boot naar Texel te halen. Net daarvoor, om zes uur ’s avonds, halsoverkop mijn koffertje gepakt. Zomaar wat dingen erin gegooid. Het enige dat vooral in mijn hoofd zat waren mijn medicijnen. ‘Als ik die maar bij me heb’, dacht ik. Goed gedacht, maar toch is dat niet het enige dat nuttig is. Op Texel kwam ik erachter dat ik mijn paspoort (en medicijnpaspoort) niet mee had (op zich niet een enorme ramp, Texel is ten slotte Nederland) en toen de eerste flinke zonnestralen zich lieten zien bleek dat ik geen zonnebrandcrème mee had. Oeps, dat is wel behoorlijk essentieel. Natuurlijk is zonnebrandcrème wel overal te koop maar mijn huid reageert op de meeste merken niet zo goed. In uitslag had ik geen zin dus ‘liet ik het maar zo’.
Ook aan sjaaltjes had ik niet gedacht, maar die kon ik lenen van mijn vrouwelijke reisgenote. De dag verliep prima. Ik zag mijn huid niet echt rood worden, zocht de schaduw op waar dat kon en genoot van het feit dat we op Texel waren. Heerlijk! Pas ’s avonds, toen het donker werd en afkoelde, warmde mijn huid op. Ik bleek toch wel een tikje verbrand. Mijn huid jeukte op sommige plekken ook heel erg. Dat doet het nu, 3 weken later, nog steeds in en rondom mijn hals. Die jeuk herinnert me eraan dat spontaniteit best kan en dat het goed is niet alleen je medicijnen maar ook je andere essentiële hulpmiddelen meeneemt, zoals bescherming voor de zon en andere foefjes en trucjes die je in je dagelijks leven gebruikt.
En wat betreft mijn lichaam. Dat deed het best prima. Het scheelde dat de reis niet erg lang was, dat ik vrijdagavond nog relatief op tijd naar bed ging, dat ik zaterdag- en zondagmiddag netjes een middagdutje deed en dat het warm en droog was. Zo nu en dan wat spontaniteit is helemaal zo gek nog niet.