Filosoof Seneca en woede

In mijn boek heb ik geschreven over alle emoties die je kunt ervaren bij hebben van een chronische ziekte. Eén daarvan is woede. Een moeilijke om over te schrijven vond ik, vooral omdat ik een oplossing ervoor wilde hebben/vinden. Hoe ga je ermee om? Hoe ban je woede uit je leven?

De afgelopen dagen heb ik me dankzij het boek ‘Filosofie voor het leven en andere gevaarlijke situaties’ (Jules Evans, 2012) kunnen verdiepen in enkele filosofen die honderden jaren geleden leefden. Eén van hen, Seneca, schreef enkele hoofdstukken over woede die me aanspraken.

Ten eerste kwam hij met een aantal ideeën over hoe om te gaan met woede. Andere ideeën dan die ik je in mijn boek aangeboden heb, maar wel interessante ideeën. Seneca zegt dat je ‘naar de zijlijn’ moet gaan als je woede voelt opkomen. Neem afstand en laat het even gaan. De beste therapie voor woede is wachten tot het afneemt of zelfs voorbij gaat. Nu vraag ik me af of kwaad zijn omdat jij juist deze rotziekte moest krijgen zomaar overgaat als je wacht, maar afstand nemen kan zeker geen kwaad en biedt je soms zelfs nieuwe inzichten als je zelfbeschouwend naar je woede kunt kijken.

Daarnaast zegt hij dat glimlachen helpt. Ik had zelf meer zoiets van: ik ga even fijn slaan op een kussen en raak dan mijn ergste agressie wel kwijt maar als een geforceerde glimlach op je gezicht de truc ook doet dan is dat natuurlijk enorm energiebesparend en die informatie wilde ik je niet ontzeggen! Dus ontspan je gezicht, spreek met zachte stem en laat je uiterlijke verschijningsvorm dienen als mal voor je innerlijk.

Volgens Seneca is een overdreven optimistisch verwachtingspatroon de oorzaak van onze woede: “We kunnen zeer van streek raken door alles wat zich onverhoopt en onverwacht voordoet. Dat is waarom we ons op stang laten jagen door kleinigheden en waarom we de achteloosheid van vrienden als onrecht zien. Waarom trekken we ons die dingen zo erg aan? Omdat we er niet op hadden gerekend. We koesteren een buitensporige liefde voor onszelf. We menen dat we zelfs door onze vijanden niet gekwetst horen te worden.”

Bovenstaande tekst maakt dat woede iets verwends, kinderachtigs en ondankbaars heeft. Voor mij kwam dat best hard aan. Maar ook als iets dat best zou kunnen kloppen. Als ik kwaad ben op mijn ziekte, komt dat omdat ik dingen niet kan doen die ik wel graag zou willen doen en waarvan ik vind dat ik het recht heb om ze te kunnen doen omdat Jantje, Pietje en Klaasje ze ook kunnen doen. Maar op deze wereld geboren worden komt niet met enige vorm van recht. Er kan ons van alles overkomen en daar moeten we voor open staan. Aan ons de taak om er goed mee om te  gaan. En eens dieper over na te denken. Een interessante man, die filosoof Seneca!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *